Gezonde puppy's moet je slim fokken.
- Kathy
- 12 nov 2024
- 3 minuten om te lezen
Ik ben helemaal mee hoor, naar huis terugkeren van een hondenshow met een pracht van een beker geeft absolute voldoening. Je (zelf gefokte) Beagle als "Kampioen" mogen bestempelen, daar zit jaren werk en inzet achter. De beker of lint met de titel CHAMPION wordt mooi tentoongesteld en aan potentiële kopers geshowd.
Als fokker, ben je enorm trots op je werk die eindelijk erkend wordt en je behaalde titel is het bewijs dat je goed bezig bent.
Helaas, niets is minder waar!

Mijn eerste bedenking bij zulke situaties is "Wie wordt daar beter van?" Waarvoor doet een fokker dat? Zijn honden voorbereiden en opleiden voor shows, ze de wereld rond vervoeren om ze te laten keuren door een keurmeester. In een overvolle zaal waar de honden in benches wachten tot ze op hun beurt de jury proberen te overtuigen dat ze de fysische kenmerken van de rasstandaard beduidend benaderen. En dat, ettelijke keren per jaar.
Ben ik verkeerd als ik denk dat geen enkele hond ervoor zou kiezen moesten ze de keuze hebben?
Ben ik mis als ik denk dat enkel wij, mensen, iets hebben met glorie, roem en onderscheiding?
Als ik het juist heb, is het meteen duidelijk dat geen enkele fokker dit doet "voor zijn honden". Een hond heeft niets aan een mooie titel, enkel mensen worden daar beter (rijker?) van.
Naast de bedenkingen over het rechtstreeks welzijn van showhonden schuilt een veel groter probleem. Om gezonde honden te fokken is het van essentieel belang om zoveel mogelijk verschillende fokdieren te gebruiken. In de praktijk worden kampioenen erg populair met als gevolg dat ze te vaak ingezet worden als dekreu. Een hele generatie Beagles hebben op die manier maar een beperkt aantal "vaders".
Een hele mooie vader, daar bestaat geen twijfel over. Hoewel het ondertussen achterhaald is dat mooie ouders mooie kinderen maken. Bij honden is dat niet anders.
Als de ingezette dekreu vrij zou zijn van erfelijke aandoeningen is er niets aan de hand. Laat ons duidelijk zijn dat zo'n rashond niet bestaat. In alle rassen komen erfelijke afwijkingen voor, meestal onzichtbaar omdat het recessieve genen betreft.
Als die populaire dekreu drager is van een onderliggende aandoening waarvoor geen genetische test werd afgenomen, wordt dat pas veel later duidelijk. Ondertussen werd de Beagle populatie aangedikt met een hoop nieuwe "dragers". Zij zullen op hun beurt worden ingezet als fokdier (want vader is kampioen!). Wie een beetje kan volgen begrijpt dat de aandoening zich verspreid als een olievlek in een populatie rashonden.
Hieronder lees je wat professor huisdierengenetica Nadine Buys aan KU Leuven over het onderwerp heeft geschreven.
Het gaat niet goed met sommige hondenrassen in dit land. “Hun inteeltgraad is te hoog, hun genetische diversiteit te laag”, verduidelijkt Nadine Buys, professor huisdierengenetica van het Departement Biosystemen aan de KU Leuven. “Gezondheidsproblemen en erfelijke afwijkingen zijn het resultaat.
Professor Nadine Buys: “De ondergrens voor een gezond ras ligt op 100 genetisch verschillende dieren. Maar veel hondenrassen zitten eronder. Om gezonde nestjes te garanderen moet je daarom slim fokken."
Helaas heerst er een kampioencultuur
Gezonde honden zijn, net zoals alle levende wezens, drager van gemiddeld vijf genetische afwijkingen”, aldus Steven Janssens, researcher in de onderzoeksgroep van professor Buys. “Fok je een nestje met een reu en een teef die verwant zijn, dan krijgen hun pups problemen. Omdat dezelfde genetische afwijking verdubbelt, is de kans dat de ziekte tot uiting komt groot. Daarom is het belangrijk om rekening te houden met de verwantschap en genetica van rashonden. Fokken doe je best met dieren die genetisch voldoende van elkaar verschillen. Voor het gezonde voortbestaan van een ras is het belangrijk dat er gefokt wordt met zoveel mogelijk verschillende dieren. Helaas heerst er een kampioencultuur.” Fokkers zetten graag hun kampioen in omdat die voor mooie pups zorgt. Van alle reuen die de afgelopen tien jaar in België zijn geboren werd maar vier procent gebruikt voor de fok. Dezelfde vaders zorgen zo voor de meeste nesten. Op die manier zakt de genetische diversiteit van een hondenras snel”
Commenti